Wij zijn door de zonde ellendig (Gen. 3) geworden. God heeft Zijn Zoon tot een Verlosser gegeven. Daar zit het woordje ‘losser’ in. De ‘losser’ onder het Oude Testament was geroepen om een verarmd familielid zijn goederen terug te geven en ook te zorgen voor het nageslacht. Zo is Christus de ‘Losser’, de Verlosser van Zijn volk. Alleen door Hem is er herstel in Gods gunst en gemeenschap mogelijk. Hij heeft de hoogste losprijs betaald. Hij heeft Zijn leven gegeven door Zijn bloed te storten op Golgotha. Gods kinderen mogen door genade delen in de verlossing, die er in Christus is. Zij krijgen de verlossing uit genade, maar Christus heeft de hoogste prijs betaald om zo die verlossing mogelijk te maken. Hij heeft die prijs niet betaald aan de duivel, maar aan God. Daarmee heeft Jezus Gods kinderen verlost heeft van de heerschappij van de duivel.
Verlossing heeft alles te maken met de van God geschonken Verlosser. Jezus Christus verlost van het grootste kwaad (de zonde) en brengt terug tot het hoogste Goed en dat is God Zelf. Het gaat om het herstel in Gods gunst en gemeenschap.
Verlossing is door de Heere Jezus bevrijd worden uit de macht van satan, de wereld en de zonde. Christus alleen kan verlossen van het eeuwig verderf.