De rechtvaardigmaking is die toerekening van God,(Rom. 4:6) waardoor Hij de doemwaardige, doch uitverkoren zondaar uit genade door het geloof in Christus vrijspreekt van schuld en straf en hem een recht geeft op het eeuwige leven. De rechtvaardigmaking is geen proces waardoor de zondaar steeds rechtvaardiger wordt, maar het is een rechtvaardig verklaren door God, voor zover de gelovige deze weldaad met een gelovig hart aanneemt (HC vr.60).
Wij mogen de rechtvaardigmaking en de heiligmaking niet van elkaar scheiden, maar wij mogen ze ook niet met elkaar vermengen. Wij moeten de rechtvaardigmaking en de heiligmaking duidelijk van elkaar onderscheiden.
Tegenover het rechtvaardig verklaren van de zondaar staat het verdoemen van de zondaar: ‘Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt’ (Rom. 8:33-34). Daaruit wordt tevens duidelijk, dat de rechtvaardigmaking een daad Gods is. God alleen kan de zonde vergeven en een recht schenken op het eeuwige leven.
Een drieenig Godswerk is nodig om de zondaar te rechtvaardigen door het geloof. Naar het werk van de drie Goddelijke personen is de Vader de Rechter en de Zoon de Middelaar, terwijl de Heilige Geest door het geloof de zondaar verzegelt van zijn rechtvaardigmaking.
De grond van de rechtvaardigmaking is Christus, als voorspraak en middelaar. Hij heeft door Zijn volkomen gehoorzaamheid de schuld betaald en de straf gedragen. Hij heeft de gerechtigheid verworven, waardoor de zondaar voor een heilig en rechtvaardig God kan bestaan. Die gerechtigheid wordt uit genade door het geloof aan de zondaar geschonken. De zondaar wordt niet gerechtvaardigd óm het geloof, maar dóór of uit het geloof (Rom. 5:1).
God de Vader spreekt de zondaar vrij op grond van de volmaakte gerechtigheid die Christus heeft verworven door Zijn lijden en sterven. God vergeeft dan alle zonden. Dat maakt echter geen zorgeloze en goddeloze mensen, zoals sommigen beweren, want de rechtvaardigmaking komt openbaar in de heiligmaking. God de Heilige Geest verzekert met het geloof in het hart van de zondaar de geschonken vergeving van alle zonden en is zo verzegelaar van de rechtvaardigmaking.
De rechtvaardigmaking is de toerekening van God, waarin de zondaar op grond van het volbrachte borgwerk van Christus wordt vrijgesproken van schuld en straf en een recht ontvangt op het eeuwige leven. Door het geloof dat God uit genade schenkt en door de Heilige Geest gewerkt wordt in het hart, krijgt de zondaar deel aan de gerechtigheid, die Christus heeft verworven voor al de Zijnen.
Een door het geloof vrijspreken van schuld en straf op de zonde, en een recht geven tot het eeuwige leven om Jezus wil.