Wij mensen bestaan uit ziel en lichaam. De ziel is het onzichtbare gedeelte en het lichaam is het zichtbare gedeelte van de mens. God heeft eerste het lichaam van de mens geschapen uit het stof der aarde. Vervolgens heeft Hij de adem des levens in de neusgaten van de mens geblazen en zo werd de mens tot een levende ziel. Door de dood worden lichaam en ziel gescheiden. Het lichaam wordt begraven, maar de ziel vaart op tot God. Bij de wederkomst van Christus als de doden zullen worden opgewekt, zullen ook ziel en lichaam weer verenigd worden.
De ziel van de mens omvat zijn wil, genegenheden en verstand (1 Thess. 5:23). De ziel is het belangrijkste deel van de mens. Wij hebben immers een onsterfelijke ziel, die geschapen is voor een eeuwigheid. Onze ziel zal behouden moeten worden, wil het eeuwig wel met ons zijn. Van nature bekommeren wij ons echter niet om ons zielenheil. Door Gods genade gaan wij verstaan, dat als onze ziel straks voor eeuwig verloren gaat, dat er dan geen herstel mee mogelijk is in God gunst en gemeenschap. Daarom is de ziel van Gods kinderen vol van het verlangen naar God om in Hem geborgen te zijn en om in Hem sterkte en vreugde te vinden. De ziel heeft genezing nodig vanwege de zonde: ‘genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd’ (Ps. 41:5). Er staat immers geschreven: ‘De ziel die zondigt, die zal sterven’ (Ez. 18:20)
Ook de Heere Jezus heeft een ziel. Zijn zielenlijden was veel zwaarder dan Zijn lichaamslijden. Hij heeft het gezegd toen het ging over Zijn aanstaand lijden en sterven: ‘Nu is Mijn ziel ontroerd’ (Joh. 12:27). Hij heeft Zijn ziel gegeven tot een rantsoen voor velen (Mrk. 10:45)
De ziel is het onzichtbare gedeelte van de mens. De ziel van de mens omvat zijn wil, genegenheden en verstand. De ziel is ook het belangrijkste. Wat zou het ons baten als wij de gehele wereld zouden gewinnen en schade lijden aan onze ziel?
Elk mens heeft een ziel. Een ziel kun je niet zien. Het is onzichtbaar. Je wil, verstand zijn je ziel. Als mensen sterven, sterft hun lichaam. Hun ziel gaat dan in de eeuwigheid, in de hel of hemel.